Boeiende, postuum verschenen deel 14* in de serie historische thrillers (met als meest bekende zijn ‘Berlijnse trilogie’) rond politieagent en latere privédetective Bernie Gunther van de in 2018 overleden veelbekroonde Britse auteur. Deze roman speelt tijdens de woelige Weimar Republik eind jaren ‘20 in Berlijn. Gunther wordt als jonge agent overgeplaatst van de afdeling zeden naar moord. Hierin onderzoekt hij een aantal moorden op gescalpeerde prostituees. Vlak daarna zijn een aantal oorlogsinvaliden aan de beurt. De moordenaar beweert in zijn brieven de straten van Berlijn van de gedegenereerden te willen zuiveren. Gunther krijgt ongevraagde hulp van een gevreesde bendeleider, de vader van een van de vermoorde meisjes. De politiek explosieve, decadente sfeer van Berlijn zet Kerr weer met sprekende details neer (vaak echt gebeurd: zoals een elektrische stoel als toppunt van vermaak van de club Sing Sing!). Met legio culturele verwijzingen (Dreigroschen Oper, George Grosz), met als belangrijkste (ook voor de eigen plot) die via scenariste Thea von Harbou naar ‘M’ van Fritz Lang. Met voorwoord van collega Ian Rankin. Verberg tekst