Misdaadroman. Psychotherapeute Frieda Klein gaat in de nieuwste Nicci French achter een moordenaar aan die al zeven jaar dood is. Onmogelijk? Misschien, maar het levert wel een spannend boek op.
Onder de woonkamervloer van psychoanalytica Frieda Klein wordt een lijk in ontbinding ontdekt. De oren zijn afgesneden en in de handen zit een narcis. Klein herkent het slachtoffer meteen. Het is Bruce Stringer, de ex-agent die ze op pad stuurde om Deane Reeve op te sporen. Deze misdadiger zou officieel zeven jaar eerder zelfmoord hebben gepleegd, maar Klein heeft dat nooit geloofd. Dat het lijk van Stringer onder haar vloer verstopt zit, beschouwt ze dan ook als een reusachtige middelvinger recht voor haar gezicht.
Nicci French, de schrijversnaam van het Britse koppel Nicci Gerrard en Sean French, levert met Zondagochtend breekt aan het zevende deel af van de op acht delen geplande Frieda Klein-reeks. Terwijl deze psychoanalytica in het verleden meermaals getuige, doelwit of zelf verdachte was van moord en daarbij de politie de ware dader hielp op te sporen, lijkt de misdadiger het deze keer eerder op haar geestelijke gezondhei…Lees verder
Onder de woonkamervloer van psychoanalytica Frieda Klein wordt een lijk in ontbinding ontdekt. De oren zijn afgesneden en in de handen zit een narcis. Klein herkent het slachtoffer meteen. Het is Bruce Stringer, de ex-agent die ze op pad stuurde om Deane Reeve op te sporen. Deze misdadiger zou officieel zeven jaar eerder zelfmoord hebben gepleegd, maar Klein heeft dat nooit geloofd. Dat het lijk van Stringer onder haar vloer verstopt zit, beschouwt ze dan ook als een reusachtige middelvinger recht voor haar gezicht.
Nicci French, de schrijversnaam van het Britse koppel Nicci Gerrard en Sean French, levert met Zondagochtend breekt aan het zevende deel af van de op acht delen geplande Frieda Klein-reeks. Terwijl deze psychoanalytica in het verleden meermaals getuige, doelwit of zelf verdachte was van moord en daarbij de politie de ware dader hielp op te sporen, lijkt de misdadiger het deze keer eerder op haar geestelijke gezondheid gemunt te hebben. Na die aanvankelijke moord moeten immers nog een aantal andere mensen uit haar omgeving eraan geloven.
Sardonische humor
Niet dat ze er allemaal het leven bij laten, evenwel. Haar nichtje wordt een weekend ontvoerd. Haar therapeut krijgt op een avond een onverwachte bezoeke over de vloer die hem bijna doodslaat met een breekijzer. Zelfs een patiënt van haar, iemand die ze had doorgestuurd naar een mannelijke therapeut omdat hij een ongezonde fascinatie voor haar vertoonde, krijgt uiteindelijk spijt dat hij ooit iets met haar te maken heeft gehad. Hij wordt vermoord aangetroffen in zijn flat. Op de muur staat 'Frieda Klein' gekalkt.
Hier klopt iets niet, begint Frieda steeds beter te beseffen. Dit kan het werk van Reeve niet zijn, want zo zat hij psychologisch niet in elkaar. Hier moet een copycat aan het werk zijn, iemand die haar bewondering wil afdwingen, of misschien wel de bewondering van Reeve zelf. En inderdaad, vanaf halverwege het boek duiken regelmatig cursieve passages op waarin de moordenaar zelf aan het woord komt, passages die trouwens perfect getuigen van de sardonische humor die literaire misdadigers zo fascinerend maakt.
Tegen de achtergrond van het bruisende, maar in zijn verlaten magazijnen ook verrassend stille, duistere en stoffige Londen tekent Nicci French Frieda als een spin die centraal zit in haar familiale en amicale web. Hoe meer dit web in beroering komt, hoe rustelozer de spin wordt.
Nicci French is een meester in het opbouwen van psychologische spanning. Hoe ver kun je gaan met een psychotherapeute voor ze breekt? Ver, zo blijkt, ook al wil Frieda uiteindelijk nog maar een ding: verdwijnen.
Verberg tekst