God schiep de wereld in zeven dagen, maar het Britse schrijversechtpaar Nicci Gerrard en Sean French had er acht nodig om het thrilleruniversum over de speurende psychoanalytica Frieda Klein af te ronden. Sinds `Blauwe maandag' uit 2011 volgde elk jaar voor elke dag van de week een nieuw deel. En aangezien vorig jaar met `Zondagochtend breekt aan' de laatste dag was opgebruikt, heet het sluitstuk van de reeks, waarin Klein de confrontatie met haar aartsvijand aangaat, geheel toepasselijk `De dag van de doden'. En die vallen bij bosjes. Het duurt geen tien pagina's voor het eerste lijk in een zilverkleurige bestelwagen van de Londense Hampstead Heath komt afgedonderd. Wie daar achter zit, laat zich snel raden want waar Sherlock Holmes zijn Moriarty had, heeft Frieda Klein haar Dean Reeve, een psychopaat met een ongezonde obsessie voor de psychotherapeute. Maar hij schrijft geen lange liefdesbrieven om haar aandacht te trekken. Nee, hij geeft er de voorkeur aan om gruwelijke moorden …Lees verder
God schiep de wereld in zeven dagen, maar het Britse schrijversechtpaar Nicci Gerrard en Sean French had er acht nodig om het thrilleruniversum over de speurende psychoanalytica Frieda Klein af te ronden. Sinds `Blauwe maandag' uit 2011 volgde elk jaar voor elke dag van de week een nieuw deel. En aangezien vorig jaar met `Zondagochtend breekt aan' de laatste dag was opgebruikt, heet het sluitstuk van de reeks, waarin Klein de confrontatie met haar aartsvijand aangaat, geheel toepasselijk `De dag van de doden'. En die vallen bij bosjes. Het duurt geen tien pagina's voor het eerste lijk in een zilverkleurige bestelwagen van de Londense Hampstead Heath komt afgedonderd. Wie daar achter zit, laat zich snel raden want waar Sherlock Holmes zijn Moriarty had, heeft Frieda Klein haar Dean Reeve, een psychopaat met een ongezonde obsessie voor de psychotherapeute. Maar hij schrijft geen lange liefdesbrieven om haar aandacht te trekken. Nee, hij geeft er de voorkeur aan om gruwelijke moorden te plegen. En als het even kan op mensen die Klein ook kent. Al is Reeve  hoe gaan die dingen in zo'n psychopatenbrein?  ook niet ál te kieskeurig over wie hij zo allemaal aan zijn mes van vlijmscherp Duits staal rijgt. De olie in de motor die de psychologische spanning in `De dag van de doden' draaiende moet houden, is dan ook niet de vraag wie alle moorden pleegt, maar wel wie het onvermijdelijke finale duel overleeft: Frieda Klein of Dean Reeve? Dat partners in crime Nicci Gerrard en Sean Frenchn aan die ene vraag genoeg hebben om hun lezers met een rotvaart door 366 pagina's Britse moord en doodslag te jagen, is een bewijs van het vakmanschap dat ze zich met twintig jaar schrijven en evenveel thrillers eigen hebben gemaakt. Al is het ook die puur functionele schrijfstijl die verraadt waarom het koppel zo makkelijk samen schrijft. Ze zijn er zelf erg trots op, maar dat in een Nicci French-boek nooit helemaal duidelijk wordt wie van de twee nu welk deel heeft geschreven, komt vooral omdat de stijl bitter weinig eigenheid heeft.
Alles wat een Nicci French-thriller onderscheidt van soortgelijke genreproducten, heeft niets met de taal maar alles met de plot, de vrouwelijke blik en de personages te maken. De openingsscène met het lijk in die bestelwagen wordt verteld vanuit het standpunt van een voorbijgangster die moeite heeft om haar twee kinderen en haar hond in bedwang te houden. En dat is nog vóór ze met haar blote handen iemands bloed spuitende ader moet dichtdrukken. Die aandacht voor gewone mensen en hun besognes maakt Nicci French-thrillers bijzonder. Ooggetuige Charlotte Beck krijgt niet alleen een naam, ze krijgt ook gezelschap. Kersverse agent Darren Symons, brigadier June McFarlane, gastdocent Simon Tearle of de weduwe van het eerste slachto er zijn geen hoofdpersonages maar de, soms heel korte en soms iets uitgebreidere, alinea's die aan hen worden gewijd, doen meer dan couleur locale creëren. Gerrard en French tonen ermee aan dat de onschuldige slachto ers in moordverhalen niet alleen de doden zijn, en dat er altijd meer aan de hand is dan een simpel kat-en-muisspel tussen een speurneus en zijn tegenstander. Dat staat enige nagelbijterij overigens nooit in de weg. `De dag van de doden' wordt nergens een sociologisch traktaat over misdaad in de grootstad, maar blijft in de eerste plaats een vlot gepende oefening in het strak houden van een spanningsboog. Daar slaagt het koppel, ondanks hun soms iets te zouteloze taal, moeiteloos in. `De dag van de doden' is geen briljante thriller die de genreconventies overstijgt, maar wel een waardig afscheid van een atypisch hoofdpersonage op wier sofa het acht jaar lang fijn toeven was.
Â
Verberg tekst