Een handvol leven
Details
192 p.
Besprekingen
De Volkskrant
Het vertelmechanisme van Marlen Haushofers Een handvol leven is gewiekst: het boek begint met een auto-ongeluk. Patsboem, en Anton Pfluger ligt dood langs de weg. Mei 1951.
Zijn zoon Toni zet zijn landhuis te koop. Het loopt niet storm. Uiteindelijk komt een oudere mevrouw langs, Betty, een potentiële koper. Ze draagt een zonnebril die haar halve gezicht bedekt.
Om haar de tijd te geven het huis te leren kennen laat Toni de mevrouw logeren. Tijdens haar nacht begint Betty overal kastjes open te trekken en foto's te bekijken en merk je dat ze het huis al kent. Sterker nog, ze is Toni's echte moeder.
Betty is Elisabeth in haar puberteit, of Lieserl in haar kinderjaren. Ze kijkt naar de foto en de herinneringen volgen vanzelf. Ze is, als kind, 'een schepsel boordevol fouten'. Haar kousen zitten gedraaid, haar kraagje raakt vies en gekreukt, haar schouders hangen, haar armen zwaaien. 'Als door boze tovenarij' verschijnen er inktvlekken in haar kleding.
Een woest verlangen laait in haar op: 'Ik wil vies zijn, ik wil slecht zijn', barst ze uit tegen de zusters op haar meisjesschool. De nonnen worden niet eens boos. Ach kind, dit ben jij helemaal niet. 'Kom, laat ons samen bidden.'
Naar goed katholiek gebruik beleeft Elisabeth een voortdurend schuldgevoel zonder dat ze precies weet wat ze heeft misdaan. 'Zodra ze de biechtstoel uit stapte, nog opgetogen over haar nieuwe engelachtigheid, werd ze al overvallen door hoogst aanstootgevende gedachten en voorstellingen.'
Aanvankelijk lijken hartsvriendinnen verlossing te bieden, maar al snel willen de vriendinnen, Margot en Kathe, meer en meer. Ze willen smoezen, zwijmelen, continue vriendschapsverklaringen, kussen. Elisabeth begint zich te verstoppen. En als ze niet fysiek kan ontsnappen, verstopt ze zich in haar innerlijk.
We bevinden ons in Een handvol leven aan het begin van de vorige eeuw, in Oostenrijk. Je ziet statige, donkere gebouwen voor je, waar de stilte alleen doorbroken wordt door de 'koekoek!' van de klokken.
In feite is dit een ontsnappingsroman. Om aan haar jeugd te ontsnappen neemt Elisabeth een man. Om aan haar man te ontsnappen neemt ze een minnaar. Maar ja, hoe ontsnap je aan je minnaar? En, inmiddels, aan je kind?
En bovendien: waar wil ze precies naar ontsnappen? Niet het mondaine leven, niet popmuziek en seks. Ze kan niks met roes, met 'verdovende middelen, muziek, donkere kamers en feesten in de maneschijn'. Wanneer een jongen haar hand pakte, haar diep in de ogen keek en fluisterde 'Wat gaat er nu door je heen?', was dat 'alsof hij haar aluin had toegediend'.
Een handvol leven is geschreven door Marlen Haushofer en, let op, ook al komt er geen gezicht in u op, u kent Marlen Haushofer. Ze is lang geleden overleden, en het is niet dat ze bij leven bekend was bij ons. Maar het kan hard gaan met schrijversreputaties, helemaal postuum.
Marlen Haushofer; geboren in 1920 in Opper-Oostenrijk, naar een katholieke meisjesschool in Linz, studie Duits in Wenen. Debuteerde met een novelle in 1952, schreef daarna twee handen vol romans, verhalen en kinderboeken. Overleden in 1970, aan botkanker.
Op welke manieren haar werk in de halve eeuw daarna voortleefde, van mond op mond, of van hand tot hand, is niet te reconstrueren. Maar iets meer dan tien jaar terug verscheen Haushofers grootste roman, De wand (1963), in Nederlandse vertaling. En wat een roman. Een klein, autonoom, nergens mee te vergelijken meesterwerk.
Een vrouw wordt wakker in een jachthuisje in de bergen en ontdekt van de wereld afgescheiden te zijn door een onverklaarbare, ondoordringbare, doorzichtige stolp. Buiten die stolp lijkt de wereld bevroren in de tijd. En dus leeft ze verder, in haar eentje - eenzaam, helder, paraat - met een hond en wat boerderijdieren.
In no time marcheerde het boek de officieuze feministische canon binnen. Het kreeg druk op druk, ligt in elke fatsoenlijke boekhandel, verscheen in talloze talen, werd verfilmd. ITA's Eline Arbo regisseerde Chris Nietvelt afgelopen jaar in een memorabele solo als de vrouw alleen. Vanaf eind augustus speelt het stuk weer.
Nu brengt Orlando, de uitgeverij die de godganse dag lang overleden schrijfsters uit de vergetelheid trekt, dus Haushofers Een handvol leven uit, haar debuut uit 1955. Hoe rijmt het boek met De wand?
De wand kan worden gelezen als Koude Oorlog-parabel - waarbij een onbestemde ramp heeft plaatsgevonden. Vaker nog wordt De wand gelezen als feministisch traktaat. Als het zo bedoeld is, dan tja, nou ja, dan wordt het er geen interessanter boek van. Want: vrouw is goed, man is slecht. Vrouw is voorzichtig, diepzinnig, zorgzaam, een echt mens. Wanneer er dan (spoiler) een man verschijnt, is dat een moordlustige bruut. Niet echt een diepzinnige tegenstelling.
Het mooist is als je De wand leest los van zulke interpretatie. Een mens alleen, overgeleverd aan haar gedachten. Precies dit is de kracht van Een handvol leven: er gebeurt weinig, maar er wordt veel gedacht. En Elisabeths denken is sociaal maar hoekig, dubbelzinnig, soms grappig, vaak venijnig, altijd slim, gevoelig, en slim genoeg om haar gevoeligheid te becommentariëren en haar eigen tegenstem te zijn. Haar intelligentie vliegt over de pagina's.
En Een handvol leven reikt ook een ander perspectief aan op De wand: want wat als we De wand zien als de fantasie van Elisabeth? Als Elisabeth wil ontsnappen aan familie, aan geloof, aan school, aan muziek en affaires en andere mensen, dan is het leven onder de stolp haar droom. De wand is dan hoe ze die droom uitdenkt. En er dus, onherroepelijk, een boze droom van maakt.
FICTIE
Marlen Haushofer
Een handvol leven
Uit het Duits vertaald door Anne Folkertsma. Orlando; 191 pagina's; € 23,99.