Lydia Davis, de koningin van het zeer korte verhaal, schreef jaren geleden haar enige roman.Het eind van het verhaal verschijnt nu pas in het Nederlands. Het boek draagt Davis' onmiskenbare stempel.
Kathy Mathys
Ze komt uit een familie van schrijvers. Heel lang geleden componeerde ze muziek en zou ze muzikante worden. 'Maar mijn ouders lieten de keuze volledig aan mij en ik heb wel degelijk de juiste keuze gemaakt', vertelt de Amerikaanse schrijfster Lydia Davis (67). 'Ik heb altijd enorm veel gehouden van lezen. Ik fantaseerde er als kind altijd over om als volwassene de hele dag in de bibliotheek te zitten lezen.'
Het eind van het verhaal is Davis' eerste en voorlopig enige roman; ze dateert van 1994. De schrijfster is vooral bekend van haar zeer korte verhalen die richting poëzie en filosofie gaan. In haar roman vinden we twee vertellingen: het problematische liefdesverhaal van een universiteitsprofessor die verliefd wordt op een veel jongere man en het verhaal van haar schrijfproces: achteraf wil ze een roman schrijven over de mislukte relatie.
'Ik ben heel blij dat het boek vertaald wordt. Mijn enige roman krijgt niet altijd de aandacht die hij verdient omdat mensen mij nu eenmaal zien als de schrijfster van heel korte dingen. Ze weten niet wat ze met het boek aan moeten', vertelt Davis.
'Niet elk detail uit haar leven is me echt overkomen, maar het schrijfproces dat ik in de roman opneem, is heel accuraat. Alle dingen waar het personage tegen aanliep, zijn autobiografisch. Ik werkte net zo inefficiënt, schreef instructies aan mezelf op kaarten. Ik wilde het boek schrijven zonder er al te veel over na te denken, wat niet lukte.'
'Op een bepaald moment, bladerend in een synoniemenwoordenboek, merkt het personage op dat ze misschien wel bepaalde woorden vergeet te gebruiken. Ook dat is autobiografisch.'
'Aanvankelijk wilde ik twee aparte romans schrijven, één over de liefdesepisode en één over het schrijfproces. Uiteindelijk werd het één boek, maar ik genoot veel meer van het deel waarin ik dub over het schrijfproces.'
'Ik vond het erg moeilijk om een roman te schrijven want korte verhalen vergen veel minder organisatie, ze dienen zich aan als een geheel. Het is lastig om het overzicht te behouden, om te overzien welke krachten er in een roman zitten. De traditionele plot interesseerde me sowieso niet. Wat me vooral boeide was obsessie, en de nuances binnen een obsessie.'
Is dit een liefdesverhaal?
'Ja, al ben ik me tijdens het schrijven de hele tijd erg bewust geweest van het gevaar voor clichés. Een van mijn meelezers zei me: "Je schrijft over een romance en er zit niet één seksscène in: hoe kan dat?" Tijdens het schrijfproces dacht ik: de lezer verwacht dat ik hem op een bepaald moment laat meekijken in de slaapkamer. Maar het fragment waarop de lezer zit te wachten, onthoud ik hem. Dat vond ik interessanter.'
Misschien moeten we het een roman over de menselijke geest noemen?
'Het is een thema dat me enorm interesseert, veel van mijn verhalen zijn studies van de menselijke geest. Niet allemaal: wanneer ik inzoom op een bord ontbijtpap, kun je dat moeilijk een studie van de menselijke geest noemen.'
'De manier waarop ik schrijf is vergelijkbaar met die van Sebald en van KnausgĂĄrd; wij zijn schrijvers die heel lang kunnen doorgaan over de allerkleinste dingen. Wat me drijft en waar ik naar op zoek ben, is eerlijkheid. Eerlijkheid gaat boven alles. Ik weet dat er lezers zijn die deze roman maar niks vinden, die zich ergeren aan het hoofdpersonage. Op een bepaald moment zegt het hoofdpersonage dat zij wel met iemand anders naar bed mag gaan, haar geliefde mag echter niet met een andere vrouw slapen. Ik kan me voorstellen dat sommige lezers zich op dat moment storen aan haar, maar ik was eerlijk toen ik dat schreef.'
'De manier waarop we herinneren, fascineerde me tijdens het schrijven van deze roman. Wanneer een geliefde sterft of verdwijnt, willen we herinneren en hoe doen we dat? Kunnen we dat wel? Het gegeven dat alles wat we ooit meemaakten, voelden of dachten is opgeslagen in ons hoofd, vind ik ongelooflijk. Net als Proust boeit mij de manier waarop herinneringen naar boven komen. Stappen we op een oneffen stuk trottoir, dan komt er plots iets uit de kindertijd naar boven. Hoe bijzonder is dat!'
'Ik ben bang om bepaalde gedachten te verliezen. Daarom schrijf ik heel veel op. Het is geen manische activiteit, er gaan dagen voorbij dat ik niets opschrijf. Een voorbeeld van zo'n gedachte: het plezier dat ik beleef aan de specifieke manier waarop iemand iets verwoordt.'
U vermeldt in de roman fantoomprojecten, verhalen die om een of andere reden nooit zijn geschreven. Wordt u behekst door dit soort ongeschreven vertellingen?
'Zeker. George Steiner heeft een boek geschreven,My unwritten books. Ik heb het nog niet gelezen maar het idee spreekt me aan, ik denk dat ik ooit zo een boek moet schrijven. Er zijn zoveel projecten in mijn leven die ik op de lange baan heb geschoven omdat er iets anders voorbijkwam. Ik zou graag nog een lang boek schrijven, al weet ik niet of het een roman zou worden. Ik wil iets doen met de verschillende generaties in mijn familie, maar ik zoek nog naar een vorm.'
'Ik heb heel veel halfafgewerkte verhalen. Geen idee of ik ze ooit zal voltooien, ik bewaar ze wel, ik gooi niets weg. Af en toe bekijk ik ze eens. Een goed idee is slechts het halve werk, het verhaal moet voldoende substantie hebben om echt te kunnen werken. Daarbij is klank heel belangrijk. Ik heb jarenlang viool gespeeld en zo leerde ik goed te luisteren. Het heeft een tijd geduurd voor ik besefte dat er een link is tussen luisteren naar muziek en luisteren naar de klank van woorden in een verhaal. Ik ben erg toegespitst op klank. Eén woord te veel kan een verhaal om zeep helpen.'
Klopt het dat in wezen zowat alles in een van uw verhalen terecht kan komen?
'Niets is me te min. Ik heb verhalen geschreven over hondenhaar, pap, muizen. Het komt door de manier waarop ik kijk. De details vallen me op, ik mis dikwijls het grotere plaatje. Het geeft een vrijheid om aan kleine projecten te werken. Je hoofd zit niet vol met dat ene grote ding en daardoor sta je open voor kleine dingen. Uiteraard overdrijf ik de situatie die ik heb meegemaakt of waarover iemand mij verteld heeft.
'Verder zijn de dingen die ik lees een heel belangrijke inspiratiebron voor mij. Ik gebruik vaak materiaal dat er al is, of het nu gaat om brieven van onbekenden of gepubliceerde auteurs, verhaalfragmenten enzovoort. Zo hebben de brieven van Kafka en Flaubert de uitgangspunten gevormd voor verhalen.'
Hoe bent u terechtgekomen bij de Nederlander A.L. Snijders, van wie u korte verhalen vertaalt?
'Mijn uitgever tipte hem. Vijftig van Snijders' verhalen heb ik inmiddels vertaald, ze verschijnen in magazines en uiteindelijk zullen we er een boek van maken. Ik heb niet echt Nederlands geleerd, ik begin gewoon de vreemde taal te lezen zonder woordenboek, zo moet ik me meer inspannen. Ik leerde dus Nederlands door te lezen. Wanneer ik vertaal moet ik natuurlijk wel woorden opzoeken. Wat me interesseert is de geschreven taal, de uitspraak interesseert me minder.'
'Ik wil iets teruggeven aan de landen die mijn werk uitgeven. Vertalers worden nog steeds zwaar miskend, terwijl ze iets doen wat zo belangrijk is.'
Kathy Mathys â–
Verberg tekst