Kaatje voelt zich niet goed en heeft koorts. Ze gaat met haar moeder naar de dokter die haar onderzoekt en een medicijn geeft waardoor ze weer beter kan worden. Een boekje uit de serie Kaatje en Karel die, in diverse moeilijkheidsgraden, voor peuters zijn verschenen. De tekst is eenvoudig en vlot geschreven in de tegenwoordige tijd. De zinnen zijn kort, in een los schrijflettertype weergegeven. De tekst staat links in een kader met een felgekleurde achtergrond. De passende, helder gekleurde illustraties staan rechts en bestaan uit eenvoudige, expressieve figuren met zwarte contouren, geplaatst in een kader. De techniek is gouache. Stereotiepe figuren in een basisvorm, lekker duidelijk. Te gebruiken om het jonge kind te laten kennismaken met de begrippen dokter en ziek zijn. Het boek biedt identificatiemogelijkheden en sluit aan bij de leefwereld van het jonge kind. Stevig gebonden, afgeronde hoeken, matglanzend omslag en pagina's van dun karton. De binnenkant van het omslag is vrolijk gekleurd en voorzien van kleine decoraties. Vanaf ca. 2 jaar. Verberg tekst

Als Kaatje wakker wordt, voelt ze zich niet goed. Ze moet erg hoesten, heeft een loopneus en ze voelt warm aan. Kaatje heeft geen honger, maar wel buikpijn. Ze heeft zelfs geen zin om te spelen. Mama neemt haar koorts op. Kaatje voelt zich erg slap. Mama beslist dat ze naar de dokter gaan. Kaatje mag haar knuffel meenemen. In de wachtkamer zitten nog kindjes. Die zijn ook allemaal ziek, net als Kaatje. De dokter is heel lief. De dokter luistert met een gek, koud dingetje naar haar borst en buik en rug. Dan zegt de dokter dat Kaatje zulke mooie oren heeft dat ze erin wil kijken, liefst met een lampje want het is nogal donker in die oren. De dokter kijkt nog in haar mond en voelt nog aan haar buik en dan is ze helemaal klaar. Mama krijgt een briefje voor de apotheek. Als Kaatje die medicijnen neemt en goed slaapt, zal ze gauw weer beter zijn, zegt de dokter. Kaatje is opgelucht: de dokter is heel lief en Kaatje is er nu zeker van dat ze gauw weer beter zal zijn. Liesbeth Slegers schreef weer een zeer herkenbaar verhaaltje uit het dagelijks leven van een peuter. De opbouw is eenvoudig en goed: ziek worden, verzorgd worden, doktersbezoek en behandeling komen aan bod. Hier en daar komen nieuwe woorden aan bod: apotheker, thermometer, ... een goede manier om de woordenschat van peuters uit te breiden. Als themanoekje in een kleuterklas is dit zeker erg bruikbaar. Voor kinderen die bang zijn om naar de dokter gaan, kan het boekje dienen als geruststelling: als Kaatje het kan, kan ik het ook! De structuur van deze boekjes is telkens dezelfde: op de linkerpagina lees je het verhaal dat Kaatje vertelt. Die tekst staat in een kader met telkens een andere kleur op de achtergrond. Op de rechterpagina staat er telkens een illustratie die het verhaal kracht bijzet. De illustraties zijn in de gekende stijl van Liesbet Slegers: grove penseelstreken met dikke zwarte lijnen, basisvormen en aantrekkelijke kleuren. Alle boekjes hebben een vierkant formaat en zijn in een gemakkelijk hanteerbaar formaat. De hoeken zijn afgerond en de pagina’s zijn geplastificeerd, wat het boekje erg kindvriendelijk maakt. Het thema ‘ziek zijn’ is goed gekozen en spreekt peuters zeker aan.

Verberg tekst