Toen John Steinbeck in 1962 de Nobelprijs kreeg, was de toen zestigjarige Amerikaanse auteur een compromiskeuze in wat een jaar met matige kandidaten werd genoemd. Daar is wellicht iets van aan, maar toen het Nobelcomité de schrijver van Of mice and men (1937), The grapes of wrath (1939) en East of Eden (1952) prees voor zijn combinatie van 'sympathieke humor en scherp sociaal inzicht' stipten de Zweedse literatoren toch heel accuraat 's mans sterkste kwaliteiten aan. Nergens komen die even mooi samen als in de kleine romans waarin hij de liederlijke levenslust van de laagste klassen van de Californische samenleving bezingt.
Prekerige parabels als Of mice and men, The red pony (1933) of The pearl (1947) gaan diep gebukt onder Steinbecks simplistische moralisme en de scholieren die ze jaarlijks als verplichte kost moeten verstouwen, mogen blij zijn dat de boekjes op zijn minst kort zijn. Kloekere werken als The grapes of wrath en East of Eden zijn boeiender en getuigen…Lees verder
Toen John Steinbeck in 1962 de Nobelprijs kreeg, was de toen zestigjarige Amerikaanse auteur een compromiskeuze in wat een jaar met matige kandidaten werd genoemd. Daar is wellicht iets van aan, maar toen het Nobelcomité de schrijver van Of mice and men (1937), The grapes of wrath (1939) en East of Eden (1952) prees voor zijn combinatie van 'sympathieke humor en scherp sociaal inzicht' stipten de Zweedse literatoren toch heel accuraat 's mans sterkste kwaliteiten aan. Nergens komen die even mooi samen als in de kleine romans waarin hij de liederlijke levenslust van de laagste klassen van de Californische samenleving bezingt.
Prekerige parabels als Of mice and men, The red pony (1933) of The pearl (1947) gaan diep gebukt onder Steinbecks simplistische moralisme en de scholieren die ze jaarlijks als verplichte kost moeten verstouwen, mogen blij zijn dat de boekjes op zijn minst kort zijn. Kloekere werken als The grapes of wrath en East of Eden zijn boeiender en getuigen zeker van Steinbecks sociale bewustzijn, maar enige Bijbelse bombast is hen niet vreemd en de 'sympathieke humor' die de schrijver een Nobel-medaille opleverde, is er soms ver te zoeken.
De mengeling van humor en inzicht die de Zweedse Academie destijds wist te overtuigen, is wel precies gedoseerd aanwezig in Tortilla flat. Steinbeck zou de formule later nog verfijnen in voortreffelijke vertellingen als Cannery Row (1945) en Sweet Thursday (1954), maar de kiem van zijn levendigste literatuur werd al gezaaid in 'het verhaal van Danny en van Danny's vrienden en van Danny's huis.' Een strakke plot hoef je bij dat verhaal niet te verwachten. Tortilla flat is opgebouwd uit losjes aan elkaar hangende hoofdstukken waarin Danny en zijn vrienden telkens manieren zoeken, én vinden, om zich een of twee vierliterflessen wijn aan te schaffen. De boodschap over wat er echt toe doet in het leven is grofweg dezelfde als in Steinbecks andere werk, alleen brengt hij haar hier niet met zwaarbeladen symboliek maar met schalks vertelplezier.
Dit is hoe John Steinbeck het klassieke verloop van een intiem drinkgelag tussen twee van zijn goedaardige schooiers omschrijft: 'Twee vierliterflessen is een heleboel wijn, zelfs voor twee paisanos. In spirituele zin kunnen op flessen de volgende maatstrepen worden aangebracht: net onder de schouder van de eerste fles, serieuze en geconcentreerde conversatie. Twee duim omlaag, treurig-zoete herinneringen. Drie duim verder, gedachten aan oude en plezierige liefdes. Nog een duim, gedachten aan bittere liefdes. Bodem van de eerste fles, algehele en ongerichte droefheid. Schouder van de tweede fles, zwarte, gruwelijke vertwijfeling. Twee vingers lager, een lied van dood of verlangen. Nog een duim, elk ander lied dat beiden kennen. Hier stoppen de maatstrepen, want het pad splits zich en er bestaat geen zekerheid. Van nu af aan kan er van alles gebeuren.' Het is die laatste gedachte die Steinbecks fijnste vertelwerk typeert.
Met collega's als William Faulkner en Toni Morrison in hetzelfde rijtje kan John Steinbeck bezwaarlijk de grootste Amerikaanse Nobelprijswinnaar genoemd worden, maar wanneer hij op zijn best is (en in Tortilla flat ís hij op zijn best), overstijgen de kwaliteiten van zijn proza de gebreken met een hartverwarmend resultaat.
Vertaald door Peter Bergsma, Van Oorschot, 211 blz., 22,50 € (e-boek 12,50 €).
Verberg tekst