De derde Potter bevat alles wat een goed (kinder)boek moet bezitten: het is goed geschreven, het is soms bloedstollend spannend, ontroerend en humoristisch tegelijk, en het is lekker dik. Ook over dit derde deel kun je uitgebreid filosoferen en je kan proberen het tot op het bot te analyseren, iets wat in de toekomst beslist zal gebeuren, want Potter is net zo'n fenomeen geworden als zijn geestelijke moeder J.K. Rowling. Je kan wijzen op de Roald Dahl-achtige situaties die zich voordoen (als Harry bv. tante Margot opblaast en tegen het plafond laat zweven) of je kan gaan vergelijken met de fantastische poppenwereld van de Mennyms van Sylvia Waugh, die net zo vreemd, maar even acceptabel en geloofwaardig is. De strijd tussen goed en kwaad gaat onverminderd door. Voldemort, symbool van het ultieme kwaad, is voortdurend op de achtergrond aanwezig en het hele verhaal lang voel je de invloed die uitgaat van die moordenaar van Harry's ouders. Zijn handlanger -- de gevangene van Azkaban -- is op onbegrijpelijke wijze ontsnapt aan de vreselijke bewakers, de afschuwelijkste wezens die er bestaan: de Dementors. Zij zijn zielloos en genadeloos. Een Dementor-kus betekent het absolute einde: je ziel wordt uit je gezogen en binnen de kortste keren treedt de dood in. Met grote tovermoeite weet de jongen met de bliksemschicht op het voorhoofd te voorkomen dat het hem overkomt. Met de hulp natuurlijk van zijn beste vrienden Ron Wezel en Hermelien Griffel. Als hulp bij het spelen van de favoriete sport Zwerkbal beschikt Harry in deel drie over een echte Vuurflits, opvolger van de Nimbus 2000. Alleen al de geschiedenis over hoe Harry aan deze Vuurflits komt, vlecht Rowling als een volleerd thrillerauteur door de andere verhaallijnen heen. Moeiteloos schakelt zij heen en weer tussen de Zwerkbalfinale, de zware proefwerkperiode op toverschool Zweinstein, de pogingen om de Griffoendor Scheurbek van Hagrid van executie te redden, het geheim van professor Lupos en de tientallen andere, immer functionele verhaalelementen waaruit dit wonder bestaat. Vanaf 10 jaar. [Casper Markesteijn] Verberg tekst

Harry is een weesjongen van ca. 13 jaar, die wordt opgevoed door zijn burgerlijke oom en tante, die niets begrijpen van zijn toverij. Want van zijn overleden ouders, heks en tovenaar, heeft Harry grote toverkracht geërfd. Daarom zit hij ook op de Hogeschool voor Hekserij en Hocus Pocus. Als zijn familie hem in de schoolvakantie voor de zoveelste keer beledigt, loopt hij weg. Eenmaal terug op school blijkt hij doelwit te zijn van Sirius Black, een ontsnapte moordenaar. Ondanks z'n toverkracht en toverkunsten ontsnapt hij met moeite aan grote gevaren en veel verraad. Maar vooral door de steun van zijn vrienden Ron en Hermione wordt het kwaad overwonnen en blijkt z'n vijand een vriend. Dit is het vervolg op 'Harry Potter & de steen der wijzen en 'Harry Potter & de geheime kamer, waarvan wereldwijd meer dan 31 miljoen exemplaren werden verkocht en die beide diverse prijzen kregen. Dat verdient ook dit derde deel, dat een plezier om te lezen is voor jongeren vanaf ca. 11 jaar (én voor volwassenen). Het inventieve verhaal is een meeslepende waterval van avonturen, die met heel veel humor verteld worden. Een boek om in één adem uit te lezen. Op het omslag een jongen die zich krampachtig vastklampt aan de hals van een roofvogelpaard dat door de lucht vliegt. Verzorgde gebonden editie. Verberg tekst