Oud-docent Jaap Kranenborg (1951) beschrijft in zijn derde roman hoe de leraar Maarten zijn eerste pensioenjaar beleeft. Maarten gebruikt reflectie op het leven en de persoon van zijn vader als referentie voor zijn eigen nieuwe levensfase. Blij verlost te zijn van de dagelijkse verplichtingen, gaat Maarten reizen en studeren. Daartussendoor worden alledaagse ups en downs en ergernissen over kleine dingen verweven. Tegen het einde van het jaar dient zich beginnend lichamelijk verval in de vorm van een hartritmestoornis aan. Kranenborg vertelt geen groots en meeslepend verhaal, maar schetst een levendig en vaak humoristisch beeld van het life-event gepensioneerd te worden. Door de verzorgde en toegankelijke taal en ook de korte hoofdstukken, leest deze paperback gemakkelijk weg. Charmant boek voor beginnende senioren.