Jeugd-autobiografie van Flea, de bassist van The Red Chili Peppers (RHCP). Het boek loopt tot 1983, tot het moment dat de RHCP voor het eerst gingen optreden. Flea (Michael Peter Balzary in het echt) die nogal vervaarlijk en mateloos oogt op het podium, blijkt een onderhoudend en origineel schrijver in zich te herbergen. In korte hoofdstukken vertelt hij losjes en associatief over de ervaringen die hem vormden. Hij groeide op met een alcoholistische jazzmuzikant als stiefvader, werd semi-verwaarloosd, hing veel op straat, gebruikte heel veel drugs, las Vonnegut en Tolkien, verhuisde naar California, leefde aan de zelfkant, en ontdekte de punkrock. Anthony Kiedis met wie hij de RHCP opricht ontmoette hij op zijn 14e. Het is zijn beste vriend, zijn broeder in de kunsten, maar ze kunnen ook ongenadig met elkaar overhoop liggen. In de muziekscene voelt hij zich niet langer ontheemd of buitengesloten. Hoe het verder ging, weten we, maar liever lezen we dat in Flea’s woorden in het volgende deel, dat er hopelijk komt. Een verrassende popbiografie, met fotokatern.