Esi Edugyan, Canadees schrijfster met Ghanese wortels, verdiept zich voor haar romans gretig in werelden die ze niet kent, zo vertelde ze in een interview. In geschiedenis, en in techniek. Die vrijheid heeft zij, anno 2019. Ook als gekleurde vrouw. In haar romans bevraagt ze de vanzelfsprekendheid van die vrijheid. Zoals in 'Washington Black', over het leven van slaven in de eerste decennia van de negentiende eeuw.
Voor haar derde boek, het eerste na haar internationale doorbraak in 2011 met 'Half-blood Blues', heeft Edugyan zich verdiept in die periode en laten inspireren door contemporaine literatuur, vooral de avonturenromans van bijvoorbeeld Jules Verne. Stilistisch, door te schrijven in fris, beeldend proza waarin de lezer bijna direct dezelfde ontdekkingen mag doen als de hoofdpersonen: 'kleine, pas vervelde krabben met levendige kleine oogjes', 'poliepen, magentarood van het gif'. Maar ook inhoudelijk. Net als bij Verne zijn de hoofdpersonen dromers, die worden voortg…Lees verder
Esi Edugyan, Canadees schrijfster met Ghanese wortels, verdiept zich voor haar romans gretig in werelden die ze niet kent, zo vertelde ze in een interview. In geschiedenis, en in techniek. Die vrijheid heeft zij, anno 2019. Ook als gekleurde vrouw. In haar romans bevraagt ze de vanzelfsprekendheid van die vrijheid. Zoals in 'Washington Black', over het leven van slaven in de eerste decennia van de negentiende eeuw.
Voor haar derde boek, het eerste na haar internationale doorbraak in 2011 met 'Half-blood Blues', heeft Edugyan zich verdiept in die periode en laten inspireren door contemporaine literatuur, vooral de avonturenromans van bijvoorbeeld Jules Verne. Stilistisch, door te schrijven in fris, beeldend proza waarin de lezer bijna direct dezelfde ontdekkingen mag doen als de hoofdpersonen: 'kleine, pas vervelde krabben met levendige kleine oogjes', 'poliepen, magentarood van het gif'. Maar ook inhoudelijk. Net als bij Verne zijn de hoofdpersonen dromers, die worden voortgedreven door hun fantasie en talent. Dat maakt ze bijzonder, en dat maakt Edugyans roman ook anders dan andere boeken over de misère en misstanden van slavernij.
George Washington Black wordt geboren op Barbados. Zijn naam krijgt hij van zijn meester Erasmus Wilde, die een suikerplantage runt met de wrange naam Faith. Slaven zijn niet meer dan wisselgeld in dit familiebedrijf. Als ze opstandig zijn, niet hard genoeg werken of ziek worden, kunnen ze maar beter van het toneel verdwijnen - of juist gemarteld, in stukken verdeeld, tentoon worden gesteld, als waarschuwing aan de overblijvers. Zoals wegloper James, die levend verbrandt wordt. "Na afloop werd er in de sintels van zijn brandstapel een ijzer verhit en moesten wij een voor een langs zijn gruwelijke verkoolde resten lopen om voor de tweede keer te worden gebrandmerkt."
Wash groeit op bij Big Kit, een imponerende, harde vrouw. Een 'zoutwaterneger': zij heeft nog een leven in Afrika gekend, een leven in vrijheid. En daar houdt ze zich aan vast: Big Kit weet zeker dat als ze sterft, ze terug gaat naar haar moederland. Zonder de littekens van jarenlange mishandeling. Zonder trauma's. Zonder blanken.
Wanneer Wash elf is, moet hij plots bedienen bij een familiediner. Een broer van Erasmus is uit Engeland gearriveerd. Deze Titch blijkt van een heel ander kaliber. Hij is bioloog, uitvinder en ontdekkingsreiziger ineen, en werkt aan de bouw van een 'wolkenkliever' - een luchtballon. Hij denkt bovendien heel wat verlichter over zijn gekleurde medemens. Waar Erasmus ze als dieren ziet - maar dan lastiger en veeleisender - beschouwt Titch ze als gelijkwaardigen. Hij wil niet dineren terwijl er een slaaf toekijkt en 'als een moordenaar' achter hem staat. Hij wil sowieso niet bediend worden. Hoogstens geassisteerd.
Die rol krijgt Wash. Titch ziet in de elfjarige jongen niet alleen het ideale lichtgewicht proefkonijn voor zijn eerste vluchten, maar ontdekt ook al snel zijn talenten. En hij voedt deze. Hij leert Wash lezen en schrijven, maakt hem tot hoofdillustrator van zijn werk en laat hem voor het eerst het leven buiten de plantage zien.
Daar blijkt het leven net zo gevaarlijk als binnen de plantage. Wash, die tot dusver aan de meeste mishandelingen wist te ontkomen, raakt zwaargewond. Als er bij de Wildes een familiedrama plaatsvindt, wordt Titch geconfronteerd met dat wat Wash al die tijd al wist: witte en zwarte mensen zijn niet gelijk. En al helemaal niet voor de wet. Ze slaan op de vlucht, en beginnen een reis die Wash uiteindelijk van de Noordpool en Engeland naar Marokko voert. Met elke kilometer komt Wash letterlijk en figuurlijk verder van zijn achtergrond af te staan.
Juist door Wash zo'n unieke levensloop te gunnen, ontdekkingen te laten doen en reizen te laten maken waar ook zijn blanke tijdgenoten alleen maar van konden dromen, vergroot Edugyan het contrast met het wrede dagelijks bestaan dat voor alle andere plantagebewoners gewoon doorgaat. Elk van hen heeft potentieel net zo'n verlichte geest als Wash, maar bizarre wetten, sadistische onderdrukking en slechte leefomstandigheden laten ieder vonkje uitdoven voor het een kans krijgt te ontvlammen.
Zo brengt Edugyan een ode aan de verbeelding en zet de schrijfster ook het voorstellingsvermogen van de lezer aan het werk. Ieder duister detail van het leven op Faith is, zeker in 21ste-eeuwse ogen, net zo onvoorstelbaar als het sprookje dat Wash meemaakt.
In 'Washington Black' blijken doodgewaande mensen niet dood en is er, als het echt nodig is, altijd een geheime tunnel of een schip dat je kan redden en meenemen naar een veiliger oord. Toch vindt er geen loutering plaats, en wordt bij alles wat goed komt, het aantal zaken die niet goed zullen komen groter. Hoeveel Wash ook beleeft en leert, hoeveel geluk hij ook heeft, aan het vreselijke lot van de mensen waar hij vandaan komt, van zijn eigen Big Kit, kan hij helemaal niets veranderen.
Steeds meer wordt hij zich ervan bewust dat zelfs de witte mensen die hem helpen en waarderen, zijn afkomst niet werkelijk begrijpen. De Britse Tanna bijvoorbeeld, een bevoorrecht en goedhartig meisje dat niet beseft wat ze zegt wanneer ze klaagt dat ze geen beperking van haar bewegingsvrijheid verdraagt. En de verlichte wereld van de wetenschap, waar Wash wordt geprezen om zijn bijdragen, maar nooit werkelijk wordt erkend.
Wat is dat makkelijk, een leven verspillen, denkt Wash ergens. Wie dat besef tot zich door laat dringen is misschien wel op weg naar de ultieme vrijheid.
Verberg tekst