De gifboom, het debuut van de Britse Erin Kelly, is een goedgeschreven verhaal, dat heden en verleden geslaagd met elkaar weet te verweven, met een duister kantje. Niettemin mist het toch een beetje spanning om het predicaat thriller helemaal te verdienen.
Karen Clarke leert tijdens haar studententijd de flamboyante Biba Chapel kennen. Ze raakt al snel in de ban van Biba, die met haar mysterieuze tweelingbroer Rex en nog een paar anderen in een herenhuis woont. Blij dat Biba haar als vriendin heeft uitgekozen, trekt Karen al snel bij de Chapels in en gaat beetje bij beetje mee in het nonchalante leven van Biba, dat gekruid wordt door drank en drugs. Dat hun zorgeloze leventje niet eeuwig kan blijven duren en er iets op til is, mag snel duidelijk zijn. Dat blijkt wanneer het verhaal een sprong van tien jaar maakt, en Karen samen met haar dochter Alice, Rex gaat ophalen aan de gevangenis omdat zijn tienjarige celstraf wegens moord erop zit. Karen wil samen met Alice en Rex het leven opbouwen dat ze eigenlijk tien jaar eerder al wilde, en ze zal alles doen om haar gezin te beschermen. Wat Rex echter niet weet, is dat ook Karen haar geheimen heeft.
De gifboom is zorgvuldig opgebouwd en springt van het heden naar het verleden en terug, waarbij beetje bij beetje de waarheid onthuld wordt. We weten al vrij snel dat Rex een moord heeft gepleegd, maar het blijft heel lang duister wie het slachtoffer is en wat er precies aan de fatale gebeurtenissen voorafging. Kelly wisselt op het juiste moment van tijd en slaagt er daarbij goed in de juiste informatie op het juiste moment prijs te geven. De karakters van de hoofdpersonages zijn goed ontwikkeld en de auteur geeft vooral goed het contrast weer tussen de naïeve, nog studerende Karen en de tien jaar oudere vrouw die worstelt met geheimen. Doordat het boek echter vooral focust op de karakterontwikkeling komt de spanning een beetje op de achtergrond te staan. Toch verveelt het boek nergens, en Kelly is alvast een naam om in de gaten te houden. [Karen Vandyck] Verberg tekst

De keurige 21-jarige Karen is in Londen bezig haar studie moderne talen af te ronden, als ze Biba en haar raadselachtige broer Rex ontmoet, die een onconventioneel leven leiden vol drank en drugs in een bouwvallige villa. Karin voelt zich aangetrokken tot hun losbandige leven, dat zij nooit gekend heeft, en trekt die zomer van 1997 bij hen in. Het einde van de zomer eindigt echter zeer dramatisch met twee brute moorden. Het verhaal wordt verteld door Karen, de ik-persoon, en speelt zich afwisselend af in het heden, waarin Rex na een lange gevangenisstraf weer bij haar en haar 9-jarige dochtertje Alice gaat wonen, en in die rampzalige zomer van 1997. De Engelse schrijfster schreef met dit meeslepende onheilspellende debuut een prachtige overtuigende psychologische thriller, waarin ze de broeierige sfeer prima verwoordt, de spanning hoog houdt, en eindigt met een zeer verrassend plot. Een pageturner. Kleine druk.