In New York wordt in een leeg gebouw het onthoofde lijk gevonden van een miljonairsdochter. FBI-agent Pendergast en zijn vriend luitenant D'Agosta onderzoeken de zaak. Er worden meer lijken gevonden (een maffia-advocaat, een Russische wapenhandelaar, een Afrikaanse voorvechtster van HIV-klinieken) en elk verband ontbreekt. Zij hadden ultieme bewaking, zowel van camera's als van bodyguards. En waar zijn de hoofden gebleven? Het auteursduo schrijft het zeventiende deel in de serie rond Pendergast. De plot is helder en duidelijk, maar de subplot (ex-priester wil dat de rijken hun bezittingen verbranden) leidt wat af. De andere subplot, de journalist die uit is op een scoop, draagt bij aan de intrige. Al met al is het veel politieprocedure, veel gepraat, weinig actie en er is geen bovennatuurlijk element. In de spannende finale neemt Pendergast het op tegen een geduchte en gestoorde tegenstander en weet door een sublieme inval zijn leven en dat van d'Agosta te redden. In de epiloog is de mysterieuze Constance kort aanwezig, wat veel belooft voor het volgende deel. Verberg tekst