Een helpende hand
Details
221 p.
Besprekingen
De Standaard
De auteursfoto in zwart-wit op het achterplat toont een oudere dame die een kat streelt. De Engelse Celia Dale (1912-2011) publiceerde tussen 1944 en 1988 dertien psychologische thrillers. Het zijn boeken die Patricia Highsmith geschreven had willen hebben en die door Ruth Rendell bejubeld werden. Een helpende hand is een voorbeeld van 'domestic noir', verontrustende verhalen over alledaagse mensen die onalledaagse dingen doen en waarbij de spanning vaak onderhuids is.
Josh en Maisie Evans, een echtpaar van middelbare leeftijd, wonen met hun tante Flo in een stadje buiten Londen. Zij was ooit verpleegster, hij deed iets in The City. Nu wijden ze zich aan de verzorging van hun tante, maar die sterft aan het begin van het verhaal. Dat wordt meegedeeld alsof het niets is; het is een heerlijke ochtend en Josh gaat opgewekt op pad. De kloof tussen wat er net is gebeurd en de blijmoedigheid van het echtpaar zorgt voor een vreemde sfeer.
Rijke weduwe
Even later is het koppel met vakantie in Italië, waar ze een rijke weduwe en haar nicht ontmoeten. Ze hebben meteen door dat het niet botert tussen die twee en stellen voor om de weduwe in huis te nemen. Hun bedoelingen zijn meteen duidelijk, maar Dale beschrijft schitterend de benepen sfeer bij de Evansen en de manier waarop ze de oude dame subtiel intimideren en manipuleren.
Dale schetst een ontluisterend portret van een ogenschijnlijk kneuterig echtpaar. Achter de façade sluimert de hebzucht, het bedrog en de kleine terreur. Dale heeft nog een aantal verrassingen voor de twee in petto en het einde van het verhaal is bepaald opzienbarend. Een helpende hand is een kleinood, bedrieglijk eenvoudig. Willem Elsschot zou het met sardonisch genoegen gelezen hebben.
Vertaald door Alexandra van Raab van Castein. De Geus, 224 blz., € 17,50 (e-boek € 9,99) Oorspr. titel: 'A helping hand'.